“De wereld waarin we leven is geladen met waarde en betekenis en intentionaliteit.”
René van Woudenberg
Decaan Faculteit der Geesteswetenschappen
We leven in vreemde, ontstellende, ja bizarre tijden. Ik hoef niet uit te leggen waarom.
Ik heb me het afgelopen jaar vaak afgevraagd: wat is het dat ons als geesteswetenschappers te midden van wat er op ons afkomt, aan de gang houdt? Wat is het dat de facultaire en bredere gemeenschap van geesteswetenschappers, verbindt? Ik heb me ook vaak afgevraagd: hebben de geesteswetenschappen iets positiefs te bieden aan hoop, iets dat ons vertrouwen kan schenken in deze vreemde, ontstellende en bizarre tijden?
Wat ons aan de gang houdt, is, denk ik, de liefde voor de disciplines die we beoefenen, het besef van de betekenis van de studie van talen, literatuur, het verleden, kunst, cultuur, media, filosofische vragen, AI en meer. Nu is dit allemaal nog heel abstract gezegd. Want, luisterend naar wat collega’s werkelijk in vlam zet, hoor ik veel specifiekere dingen dan ‘talen’. Maar het patroon is herkenbaar: bij iedereen brandt een vuur van intellectuele liefde. Dit maakt wat mij betreft de faculteit tot zo’n ongelofelijk boeiende gemeenschap.
Wat onze facultaire gemeenschap verbindt, is dat de objecten die we bestuderen unieke eigenschappen hebben. Eigenschappen waarvoor de natuurwetenschappen geen antenne hebben. Ik bedoel dit: alles wat in de geesteswetenschappen wordt bestudeerd, is doortrokken van intentionaliteit, betekenis en waarde. Neem een gedicht van Potgieter, een schilderij van Kandinsky, of het nieuwe materialisme in de filosofie. Deze objecten zijn het resultaat van intentionele handelingen, ze hebben een betekenis en een waarde. Het zijn objecten met deze eigenschappen die wij bestuderen. Hierop zijn we gericht. En dat bindt ons samen.
“Hebben de geesteswetenschappen iets te bieden aan hoop?”
Hiermee kom ik bij een antwoord op mijn laatste vraag: hebben de geesteswetenschappen iets te bieden aan hoop, kunnen ze een bodem bieden voor vertrouwen in de toekomst? Wij geesteswetenschappers zijn vaak heel goed in kritische analyse, in ontmaskering, in deconstructie. Dat is vaak nuttig, nodig en belangrijk. Maar waar ik in toenemende mate in geïnteresseerd ben is of we ook, door al ons werken, peinzen en onderzoeken, tot positieve en constructieve inzichten en opstellingen kunnen komen. Wat zijn de dingen die we positief geleerd hebben en die we ook aan volgende generaties denken te mogen en moeten overdragen? Welke inzichten, manieren van leven, manieren van zijn, stemmen ons hoopvol en wekken vertrouwen in de toekomst? Mijn antwoord is dus een wedervraag en in feite een uitnodiging om bij te dragen aan positieve geesteswetenschappen (naar analogie van de positieve psychologie).
We naderen kerst. De diepe betekenis van het kerstgebeuren, als ik het zeggen mag (en in de geest van de traditie van de VU), is dat de wereld waarin we leven en waarvan we deel uitmaken, niet zinloos is, maar geladen met waarde en betekenis en intentionaliteit. Dat is het, zou ik denken, wat ons mensen op een diepe manier met elkaar verbindt en waar we als geesteswetenschappers aansluiting op zou moeten zien te vinden.
René van Woudenberg
alumnimagazine voor geesteswetenschappers december 2024