“Geur kan een brug slaan tussen mensen.”
Interview
Inger Leemans Hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de VU en hoofd NL-Lab
Hoe komen wetenschappers op het idee om geur te gaan onderzoeken? Het is een vraag die hoogleraar Cultuurgeschiedenis Inger Leemans vaak krijgt. “Geuronderzoek wordt door veel mensen als een niche gezien, terwijl geuren superbelangrijke verschijnselen in onze samenleving zijn. We ruiken de hele dag, geuren laten ons herinneren, we communiceren ermee, we maken er relaties mee. Geur is een deel van ons cultureel erfgoed.”
Het begon in 2010 toen Leemans als hoogleraar bij de VU kwam en met een aantal collegae ACCESS oprichtte: het Amsterdam Centre for Crossdisciplinary Emotion and Sensory Studies.
“We zagen dat overal mensen bezig waren met kijken naar de rol van emoties en zintuigen in de samenleving en hoe die rol steeds verandert per cultuur, per periode. Toen hebben we een interdisciplinair onderzoeksprogramma opgezet.”
“Geur is een deel van ons cultureel erfgoed.”
De interesse voor geur ontstond toen kunsthistoricus Caro Verbeek op Leemans deur klopte. “Caro wilde onderzoek doen naar de geschiedenis van geur en de relatie tussen geur en kunst. Het leidde tot een proefschrift over de manier waarop de futuristen geur inzetten.” Het onderzoek wakkerde de interesse van de media aan en leidde tot een storm aan publiciteit die tot op de dag van vandaag aanhoudt.
Neusgetuigenissen
In 2020 startte het pan-Europese transdisciplinaire onderzoeksproject Odeuropa, met Leemans als hoofdonderzoeker. Geurervaring en geuren uit het verleden staan daarin centraal. Hoe haal je geuren uit het verleden op?
“We hebben heel veel conceptueel en methodologische werk gedaan en geïnnoveerd. Samen met computerwetenschappers hebben we de computer getraind om 'neusgetuigenissen' te traceren in gedigitaliseerde teksten en beeldcollecties. Bij iedere stap keken historici, kunsthistorici en parfumeurs mee. Zo integreerden we mens en computer.”
“Mensen vinden het bezoek aan een museum leuker en interessanter als er geur bijkomt.”
Amsterdamse stedenmaagd
De resultaten overtroffen Leemans stoutste verwachtingen. “We hebben nu 2,5 miljoen neusgetuigenissen. Voor jaren en jaren kunnen onderzoekers daar inspiratie vinden en onderzoek op doen.”
Maar hoe breng je historisch geurerfgoed weer tot leven? “In sommige gevallen is een geur te reconstrueren, zoals de geur van de auto van de Engelse Koningin, want de auto is er nog. Dat ligt anders voor de geur van de 17e-eeuwse Amsterdamse grachten. Daarvoor heb je cultuurhistorisch onderzoek nodig. We hebben heel veel getuigenissen die de 'stinkende adem' van de Amsterdamse stedenmaagd beschrijven. Klachten in de notarisarchieven, bijvoorbeeld en schilderijen, waarop je de openbare secreten aan de grachten kunt zien. Dan heb je een ‘recept’ waarmee parfumeurs aan de slag kunnen.”
Leemans benadrukt dat dit niet betekent dat de grachten zo roken. “Dit is de start om na te kunnen denken over wat die geur kan zijn geweest en wat die geur gedaan kan hebben met de mensen die hem roken.”
Impact
Een aantal musea heeft inmiddels exposities met geurbeleving gecombineerd. Wat vond het publiek ervan? Leemans: “Het blijkt dat impact van olfactory storytelling, het inzetten van geuren in museale of een erfgoed context, heel erg groot is.
Mensen vinden het bezoek aan een museum leuker en interessanter als er geur bijkomt. Ze kijken langer naar schilderijen, ontdekken meer en ze herinneren zich de beleving langer.”
Ze vervolgt: “Wat voor musea heel belangrijk is: geur is inclusief. Mensen die bijvoorbeeld niet kunnen zien zijn nu in staat kunst of erfgoed te beleven. Bijna iedereen kan ruiken. Mensen gaan praten en delen hun ervaringen. In die zin kan geur ook een brug tussen mensen slaan.”
“Laten we hopen dat het onderzoekslandschap niet helemaal uitgekleed wordt.”
Creatieve pioniers
Odeuropa leverde Leemans dit jaar de nominatie voor de prestigieuze Huibregtsenprijs op. “Ik zie het als de nominatie voor een heel project. Voor de hele beweging van geuronderzoek, voor alle geurkunstenaars en andere creatieve pioniers die de afgelopen jaren, vaak ploeterend in hun eentje, hebben geprobeerd te laten zien dat geur onderdeel is van ons erfgoed.”
Leemans vindt het dan ook de hoogste tijd om door te pakken, al baren de aangekondigde bezuinigen haar zorgen: “We hebben nu de mogelijkheid om met elkaar nieuwe expertise op te bouwen. Laten we hopen dat het onderzoekslandschap niet helemaal uitgekleed wordt.”
Over Inger Leemans
Inger Leemans is hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de VU en hoofd van NL-Lab, een onderzoeksgroep over Nederlandse cultuur en identiteit binnen het Humanities Cluster van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
alumnimagazine voor geesteswetenschappers december 2024