Wereldwijde problemen hebben grensoverstijgende oplossingen nodig
In gesprek met Pál Nyíri
Hoogleraar Mondiale geschiedenis en Antropologie VU
Parallel aan de golf van globalisering in de jaren negentig, kwam er een vergelijkbare beweging op onder historici om systematisch grensoverstijgende trends te kunnen duiden. Wat als je historische vragen niet binnen het kader van de natie bekijkt, maar over de grenzen heen?
Het was de kraamkamer van het vakgebied Global History, dat vanuit verschillende perspectieven naar de geschiedenis kijkt. Niet omdat diversiteit een doel op zichzelf is, volgens Pál Nyíri, maar omdat je kijkt met welke middelen en conceptuele raamwerken je een vraag het beste kunt beantwoorden.
"Geen enkele natie staat op zichzelf. Daarom ben ik een voorstander van de mondiale benadering."
Samenhang tussen naties
Nyíri werd gevormd door de interdisciplinaire Asian Studies-benadering in de VS. Aan de hand van de gezamenlijke vakgebieden antropologie, geschiedenis, politicologie en economie leerde hij veel over China en Zuidoost-Azië in mondiale samenhang. Die interdisciplinaire benadering streeft hij ook met Global History na. Zijn eerste kennismaking met deze benadering is alweer dertig jaar geleden. "In zekere zin", zegt Nyíri, "waren de jaren negentig de Gouden Eeuw van de globalisering." We zien echter nu ‘pas’ trends aan Europese universiteiten. Waar ligt dat aan?
"In een ideale wereld kunnen verschillende narratieven naast elkaar bestaan.”
“We hebben tijd nodig om die ideeën door te voeren op academische instellingen. Dat heeft te maken met de structuur van onderzoek en onderwijs. We waren erg gewend aan het leren van geschiedenis binnen nationale kaders. Maar geen enkele natie staat op zichzelf. Daarom ben ik een voorstander van de mondiale benadering.” Ook als landen weer barrières opbouwen, blijft immers de samenhang tussen naties. Ter illustratie noemt hij het feit dat Nederland tot de oorlog in Oekraïne de op twee na grootste handelspartner in de wereld was van Rusland, en voor China de op een na grootste handelspartner in Europa. “Dat is bepalend geweest voor de Nederlandse geschiedenis en nog steeds van belang – ook al zijn de verhoudingen nu veranderd.”
Beeld: een poster van de door de Chinezen gebouwde Tazara-spoorweg in Afrika uit de jaren zeventig.
Verschillende narratieven
Hoe kijkt Nyíri als historicus naar de oorlog in Oekraïne? “Tot vorig jaar hadden maar weinig mensen over de nationale geschiedenis van Oekraïne nagedacht. Een nationale geschiedenis staat nooit op zichzelf, die is op een gegeven moment geconstrueerd. De historicus legt verhalen naast elkaar. Oekraïne is een sprekend voorbeeld dat laat zien dat je ervaringen van mensen en identiteit niet in grote narratieven kunt dekken.” In Oekraïne zien we nu twee historische narratieven, legt hij uit. “De een zegt: ‘Oekraïne is van Rusland’. En de ander zegt: ‘Nee, dat was kolonialisme; we moeten ons dekoloniseren en onze eigen geschiedenis opbouwen’. Daarachter staat een veel gecompliceerder beeld. We kunnen echter niet vrij over die complexiteit praten in een situatie waarin mensen sterven.” Hij formuleert voorzichtig. “De rol van de historicus is om de vinger op te steken en te zeggen: Wacht even, maar... We willen zuinig zijn op álle verhalen en culturen. Wiens erfgoed is Oekraïne? In een ideale wereld kunnen verschillende narratieven naast elkaar bestaan.” Zorgwekkend vindt hij dat de Oekraïense regering aan het volk vroeg om Russische boeken te vernietigen. “Ik denk dan aan de Tweede Wereldoorlog, toen vrijwel heel Europa door Duitsland was bezet. Toen zei niemand dat je Beethoven niet mocht luisteren, of Thomas Mann niet mocht lezen. Geen enkele regering mag verschillende culturen gaan beheren.”
Gevaar
“Wie de geschiedenis beheert, controleert ook de toekomst”, citeert Nyíri George Orwell. “Als we het beheer van geschiedenis overlaten aan mensen die alleen de nationale narratieven willen horen, dan is dat heel gevaarlijk. Kijk maar naar China, waar de regering het verhaal wil beperken. Ik ken daar diverse wetenschappers die dat heel erg vinden en eromheen proberen te werken.” De mondiale benadering is wereldwijd een wetenschappelijk label geworden, ook in China. Een Chinese wetenschapper met wie Nyíri veel samenwerkt, werd vaak door de politie opgezocht. Nyíri zorgde ervoor dat ze een jaar in Nederland kon zijn als gastonderzoeker en daarna elders kon gaan wonen. “Mensen die hun wetenschappelijke integriteit willen bewaren, hebben het in China moeilijk. Daarom vind ik het extra belangrijk dat als wetenschappers een bepaalde benadering van de geschiedenis de meest juiste of de meest productieve vinden, zij dat blijven doen. Zelfs als niemand wil luisteren. We moeten dan onze onafhankelijkheid bewaren.”
“Ik denk dat we nog steeds de goede kanten kunnen zien van globalisering, maar er is op dit moment veel meer aandacht voor de negatieve uitwerkingen.”
Niet opgeven
Nu de mondiale benadering dan eindelijk is doorgedrongen in de wetenschap, zijn er ook kritische geluiden over globalisering. Nyíri herkent dat. “Ik denk dat we nog steeds de goede kanten kunnen zien van globalisering, maar er is op dit moment veel meer aandacht voor de negatieve uitwerkingen.” De vraag dringt zich op: moeten en kunnen we globalisering veranderen? Nyíri: “Helemaal afschaffen zal waarschijnlijk wel kunnen, maar de prijs zou enorm zijn. En zelfs als je globalisering kritisch bekijkt, wil je niet terug. Wereldwijde problemen hebben grensoverstijgende oplossingen nodig.” Afsluitend grijpt hij nog even terug: “Ook wanneer onderlinge verhoudingen verslechteren, de wereldwijde samenhang tussen landen op deze aardbol is van alle tijden."
Pál Nyíri is van huis uit antropoloog, maar hij studeerde ook scheikunde, Asian Studies en sociologie en promoveerde in geschiedenis. Niet gek dus dat hoogleraar Pál Nyíri graag vraagstukken vanuit interdisciplinair perspectief bekijkt. Hij bekleedt de leerstoel Mondiale geschiedenis in antropologisch perspectief.
Een derde van zijn tijd werkt hij voor Sociale Wetenschappen en het andere deel voor de Faculteit der Geesteswetenschappen.